Chronische pijn is zowel lichamelijk als emotioneel belastend. Het is erg moeilijk om je op dagelijkse taken te concentreren wanneer je constant wordt afgeleid door de pijn. Ook kan het zijn dat je door de pijn bepaalde taken niet kunt uitvoeren. Daarbij komt ook nog dat chronische pijn een ziekte is die niet van de buitenkant te zien is, waardoor het vaak ook niet wordt (h)erkend. Ongeveer 20% van de Europeanen lijdt aan chronische pijn. Chronische pijn komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen, en neemt toe met de leeftijd. Slechts 40% van de chronische pijn patiënten kan door pijnstilling goed behandeld worden. De resterende 60% heeft er onvoldoende baat bij en/of heeft last van verstorende bijwerkingen. Daarnaast is de sociaal-economische impact groter dan bij andere gezondheidsproblemen. Dit omdat patiënten met chronische pijn vaak afwezig zijn van het werk of het werk moeten opzeggen vanwege hun slopende ziekte.
Behandeling van chronische pijn met een enkel medicijn is vaak niet (voldoende) effectief en gaat in de regel gepaard met ernstige bijwerkingen. Het voorschrijven van bijvoorbeeld opioiden, een veel gebruikte klasse van pijnstillers (analgetica), is effectief voor sommige, maar niet alle patiënten met chronische pijn. Bijwerkingen en nadelige gevolgen zijn onder meer sedatie (slaperigheid), cognitieve stoornissen (d.w.z. problemen hebben met het geheugen, moeite hebben met het verwerken van informatie of met een andere hersenfunctie) en het risico van verslaving en misbruik. De behandeling van chronische pijn met meerdere medicijnen, zoals bijvoorbeeld een opioide in combinatie met een anti-angst- of anti-depressief medicijn, oftwel combinatietherapieën, zijn veelbelovender. Deze combinatietherapieën kunnen leiden tot een verbeterde en gezondere balans tussen gewenste en nadelige effecten van de behandeling.
Verder zijn er tegenwoordig meer persoonlijkere therapeutische benaderingen mogelijk. Dit komt door nieuw ontwikkelde technologieën, zoals in silico-farmacologie (geautomatiseerde voorspelling en analyse van de werking van medicijnen in het lichaam), farmacogenetica (bestuderen waarom en hoe mensen anders reageren op bepaalde medicijnen op basis van hun persoonlijke erfelijke achtergrond) en systeembiologie (holistische benaderingen van het hele lichaam). Kwantitatieve systeemfarmacologie (Quantitative Systems Pharmacology; QSP) combineert deze nieuwe technologieën om daarmee behandelingen af te stemmen op de specifieke behoeften van individuen en specifieke patiëntengroepen.